“We liggen goed op koers. Nederland behoort tot de koplopers van Europa als het gaat om laadinfrastructuur. Maar er zijn ook uitdagingen”, zegt voorzitter Gerben-Jan Gerbrandy van de Nationale Agenda Laadinfrastructuur (NAL). De NAL heeft vandaag een voortgangsrapportage over laadpunten aan de Tweede Kamer aangeboden.
Volgens de NAL waren er per eind april 518.000 laadpunten in Nederland. Het gaat om private punten, (semi-) publieke punten bij onder meer kantoren, op bedrijventerreinen en bij supermarkten en snellaadpunten langs bijvoorbeeld snelwegen. Het overgrote deel (384.200) zijn private punten aan huis, meldt de NAL dat naar eigen zeggen ‘als opgave heeft om voldoende laadinfrastructuur te realiseren zodat een snelle transitie naar elektrisch vervoer mogelijk wordt gemaakt’.
Maar er zijn dus nog wel uitdagingen. “De groei van elektrisch vervoer neemt elk jaar toe. Vooral bij de uitrol van snelladers en laadmogelijkheden voor zwaar vervoer is voldoende capaciteit een zorg. Er wordt landelijk en regionaal door overheden en netbeheerders veel gedaan om de capaciteit slimmer te benutten en uit te breiden. Die belangen voor mobiliteit zouden steviger verankerd moeten worden in de besluitvorming”, stelt Gerbrandy.
De organisatie wijst op knelpunten zoals de noodzaak van een versnelling van het plaatsingstempo. Maar ook de netcongestie, ofwel krapte rond vraag en aanbod op het stroomnetwerk, is een knelpunt voor het realiseren van een landelijk dekkend netwerk van laadpunten in 2025, meldt de NAL.