De Europese Unie en Duitsland zijn er uit: ook vanaf 2035 mogen nieuwe auto’s met een verbrandingsmotor in de EU worden verkocht, maar dan moet de brandstof waar ze op rijden niet voor CO2 uitstoot zorgen.
De EU wil dat er een eind komt aan de verkoop van auto’s met een verbrandingsmotor, om het milieu te sparen. Maar Duitsland, met zijn belangrijke en machtige auto-industrie zag dat niet zitten. Nu is er een compromis bereikt. Auto’s op benzine en diesel zijn na 2035 uit den boze, maar auto’s op zogeheten e-fuels mogen wel. Dat betekent in de praktijk dat auto’s dan kunnen blijven rijden op onder meer diesel en lpg, maar dat moet die brandstof niet uit olie zijn gemaakt, maar op synthetische wijze.
Synthetische brandstoffen worden gemaakt door met behulp van met wind- of zonne-energie water te splitsen in waterstof en zuurstof. Van die waterstof kun je dan weer, door er CO2 aan toe te voegen, onder meer e-methanol, e-diesel of e-lpg van maken.
Maar uiteindelijk zal maar een beperkt deel van de personenauto’s e-fuels gaan tanken, denkt Carlo Brantsen, autokenner en hoofdredacteur van autowebsite Carros. Het gaat dan om bijvoorbeeld eigenaars van oldtimers, of mensen die per se op gewone brandstof willen rijden, zegt hij.
“Maar het zit er dik in dat het percentage elektrische auto’s de komende jaren flink zal stijgen.” Ook duurdere merken, zoals Mercedes en Jaguar hebben nu ook modellen die elektrisch rijden, aldus Brantsen.
Hij stipt ook aan dat er nu nog maar een paar fabrieken in de wereld e-fuels maken. Ook moet er wel genoeg groene stroom zijn om groene waterstof te kunnen maken.